In mijn lessen en workshops gaat het om kijken, je verwonderen, plezier hebben en iets vanuit jezelf maken. Ik neem de kinderen mee in een verhaal of thema, waarbij ze om zich heen kijken, anders gaan kijken én bij zichzelf naar binnen kijken.
Mijn lessen(series) en workshops ontwikkel ik in overleg met de school, het buurthuis of de organisatie waarmee ik werk. Ik denk mee en sluit aan op hun thema’s, werk mee op een bestaand project of maak eigen lessen(series) of workshops.
In mijn lessen laat ik kinderen kennismaken met fotografie en beeld. Ik laat werk van mezelf, andere fotografen en illustraties uit kinderboeken zien om ze te inspireren. Ik wil ze laten zien dat je op vele manieren iets kunt verbeelden. In kunst kan alles. Naast het laten zien van beeld laat ik de kinderen ook bewegen en stilstaan bij hun eigen verhaal en gevoelens. Ik probeer ze naar zichzelf te laten kijken en zich vervolgens vrij te laten voelen om hun kunstwerk binnen de opdracht op hun eigen manier te laten maken. Wat er nu is, is goed. Kinderen zijn in hun ontwikkeling precies waar ze moeten zijn. Ik wil ze stimuleren dit te verbeelden en ze zelfvertrouwen geven. Soms neem ik een muziekinstrument mee of ik laat de kinderen werken met muziek. Afwisseling vind ik belangrijk in een les.
Ik laat kinderen graag met hun handen werken; We tekenen, schilderen, kleien of we combineren fotografie met tekenen of schilderen. We werken onder andere met pastelkrijt, wasco, waterverf, plakkaatverf, ecoline of klei. Belangrijk is het proces van creatief denken, niet het resultaat van het werk. We proberen zoveel mogelijk manieren te bedenken om iets uit te werken (divergeren) en vervolgens kiezen we daar één van (convergeren). Ook leer ik ze intuitief of conceptueel werken. Tijdens of aan het eind van de les kijken we naar de kunstwerken en reflecteren we op het proces en het werk. De reflectie kan ook plaatsvinden tijdens de presentatie of een tentoonstelling.
Mijn lessen sluiten aan bij de kerndoelen van het kunstonderwijs:
Doel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Doel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Doel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.